Tien geboden voor elektrisch autorijden
Vragen over hoe onze ervaringen zijn na inmiddels ruim 7 jaar elektrisch rijden blijven niet uit, vooral op de bezoekersvrijdagmiddag! Daarom nu een stel tips, vergaard in de praktijk van alle dag, die we onze ‘tien geboden’ zijn gaan noemen.
1. wie harder wil rijden dan 50 (max. 60) km/u moet er niet aan beginnen of moet peperdure lithium-ion accu’s aanschaffen.
2. kies een niet te brede auto (en zeker geen Asobak): omdat je een langzame rijder bent moet je ook een bescheiden rijder zijn: wij zijn heel blij met ons omgebouwde Suzuki Carry-busje!
3. als je zonder excessieve (type-)keuringskosten een tot elektro-auto omgebouwde wagen van een nieuw (na ombouw noodzakelijk) kenteken bij de RVD wil laten voorzien moet je zorgen dat de wagen niet boven zijn oorspronkelijke kentekengewicht (incl. laadvermogen) komt. Weet dus tot hoever je met het accugewicht kunt gaan bij de verplichte weging voor de keuring. Zou je later nog wat accugewicht willen toevoegen, bedenk dan dat de politie je bij wegcontrôle 10% meer gewicht dan de RVD toestaat op grond van de wet-Mulder. Bij onvermijdelijke overschrijding van het gewicht is een as-garantie van de fabrikant van de omgebouwde auto nodig, en die hebben we voor onze omgebouwde Peugeot 205!
4. maak zo lang mogelijke rit als acculading toestaat als je met snellader werkt; na korte rit (accu bijv. nog driekwart vol) druppellader gebruiken en deze bij rustdagen op ‘maintain’ laten aanstaan; altijd geaarde, 2,5 mm² verlengkabel bij je hebben voor noodlading onderweg!
5. omdat zowel bij snelladen als bij druppelladen waterstofgas ontstaat altijd auto buitenshuis of in goed geventileerde ruimte zetten, raam en achterklep op flinke kier; vonken en open vuur vermijden; vloeistofniveau accu maandelijks controleren.
6. tenminste om de 3 maanden accu-aansluitklemmen en andere (koperen) verbindingen voor hoge stroomsterkten controleren (ook isolatie!); aansluitingen zo nodig schoonmaken en uitwendig met vaseline invetten.
7. bij vorst vanaf –5 graden rekening houden met max. 30% minder accuvermogen; ruiten door inwrijven met bijv. afwasmiddel ijsvrij houden of kerosinekachel aanschaffen en inbouwen; het kan koud zijn zonder kachel…
8. gebruik boordaccu , 60-70 Amp/u. (caravanaccu) voor inschakeling motorregelingrelais, verlichting, rembekrachtiging, radio enz.; vermijd dat deze leegraakt door geregeld thuis bijladen of kiezen voor automatische lading via (dure) laadomvormer uit tractiebatterij.
9. controleer ladingtoestand tractiebatterij tijdens het rijden met een (via zekering beveiligde, degelijk gemonteerde) volt- (of multi-)meter. Bij vollast rijden moet meter bij 48 volt accu nog minimaal 41 volt aangeven; let op: bij lagere voltage (39 – 40) nog slechts enkele kilometers te rijden! Bij 96 volt minimaal 82 volt.
10. rij met versterkte banden, die steeds tot maximum spanning moeten zijn opgepompt.
Wie zich strikt aan deze ‘geboden’ houdt rijdt net als wij duizenden kilometers storingsvrij, jarenlang!